Morgen is het 2 jaren geleden dat ik ben opgenomen.
Vorig jaar was ik rond deze tijd aan het pendelen tussen Den Haag en Tilburg. Ik weet nog dat er veel gehaal en trek was met de gemeente omtrent mijn uitkering en thuisloosheid status. Tegelijkertijd was mijn therapie bij het zorgatelier in Tilburg gestopt, omdat ik geen ondersteuning kreeg vanuit de wmo. Vanuit de goedheid van de eigenaar van het zorgatelier, mocht ik daar gratis mijn dagbesteding volgen, maar aan die vrijgevigheid zou ook een einde komen. Ik was namelijk niet ingeschreven in Tilburg. Ik woonde bij mijn tante in Tilburg, maar stond daar niet officieel ingeschreven. Mijn plan was altijd om terug te keren naar Den Haag om daar mijn leven weer op te starten. Mijn begeleiding van de crisisdienst zou ook stoppen. Ik gaf aan dat de begeleiding vanuit daar niet aansloot bij mijn ziekte. Ik wilde wel blijven praten met mensen, maar mijn behandeling zou stoppen als ik hun stront workshops niet meer zou volgen. Een van de workshops was bijvoorbeeld een slaapdagboek bijhouden in het kader van ritme aanhouden/creëren. Voor mij werkte dit niet, omdat mijn lichaam het letterlijk begaf/vanzelf uitviel vanwege mijn fucked up brain. Als er dan tegen mij werd gezegd dat ik niet te veel of te lang moest slapen en vervolgens mijn situatie uitlegde, stonden zij met hun mond vol tanden om vervolgens te zeggen: "Wat vervelend voor je".
Allemaal leuk en aardig die wat erg voor je, maar daar voelde ik mij niet beter door. Toen er aan mij werd gevraagd wat ik nodig had gaf ik aan dat mijn leven geen zingeving meer had. Alles stond op pauze en/of een gedeelte was weg omdat ik het mij niet meer kon herinneren. Ik gaf aan dat ik daar alleen maar zat om daar lichamelijk aanwezig te zijn, maar dat ik mij niet gehoord voelde. Wat zij mij aanboden waren tijdelijke oplossingen zoals sporten, wandelen of creatieve workshops maar dat was niet genoeg voor mij. Een van mijn sterke punten is het kunnen relativeren en mijn nuchterheid. Ik merkte dat deze houding niet werkte bij de begeleiders van de crisisdienst, omdat zij vaak niet verder erop ingingen wanneer ik glashard de waarheid vertelde over mijn gemoedstoestand. Wanneer ik vroeg hoe het kwam dat zij niet door gingen vragen of mijn opmerking weglachten dan hadden zij geen antwoord. Over cultuur issues voelden zij zich ongemakkelijk en wisten zij geen houding aan te nemen.
Langzamerhand probeerde ik ook terug te keren bij mijn ouders. Ik voelde mij zo onveilig dat ik het niet durfde om alleen daar te blijven slapen. Ik vroeg mijn zus mee en bleef bij haar beneden slapen omdat mijn kamer niet meer de mijne was. Ik herkende het niet meer terug. Als ik het vergelijk met nu, herken ik het nog steeds niet terug. Het lijkt eerder op een opslagplaats of een tijdelijke tussenstation dan wat anders.
Reactie plaatsen
Reacties