Toeval of meant to be

Gepubliceerd op 20 september 2022 om 16:05

Mijn eerste herinnering van muziek toen ik net wakker werd/bewust werd van mijn omgeving en mezelf was Nothing Really Matters. Ik weet nog dat ik in de afgelopen dagen op speurtocht ging in mijn ziekenhuiskamer. Zomaar drukte ik op knopjes, trok ik aan kabels en observeerde ik mijn kamer verder. Ik zag een tv maar geen afstandsbediening.

Later kwam ik erachter dat het boven mijn bed werd gezet. Ik wist wat een afstandsbediening was, maar niet hoe het werkte. Op automatische piloot drukte ik op een rode knop en ging de tv aan. De tv was te luid voor mij en de lichten die het gaf overweldigend. Beide handen drukte ik tegen mijn oor en zakte ik in elkaar. Ik weet nog dat een verpleegster rennend mijn kamer in kwam en zei: "ho ho ho ho, dat is niet de bedoeling". Ik weet nog dat ze mompelde van dat dit nog te snel is en dat ze hier nog niet op waren voorbereid. Ze liet mij zien hoe het werkte en vroeg of ik geen tv wilde kijken. Ik zei nee, ik wilde muziek luisteren. Ik zeurde steen en been over het luisteren naar muziek omdat ik het miste. Ik miste mijn Javaanse liedjes, maar kon op geen enkele titel of artiest komen. De melodieën waren in mijn hoofd, maar ik kon het niet achterhalen. Nazingen werkte ook niet, mijn stembanden deden namelijk nog niet wat ik wilde.

 

Het irriteerde mij dat bij mijn eerste herintroductie met de tv de verpleegster het geluid te luid zette. Ik gaf ook aan dat ik er niet tegen kon, maar toch bleef ze doorgaan met haar instructies. Deze instructies konden mij gestolen worden. Hierdoor had het even geduurd voordat ik zelf de tv aandeed en de radio opzocht. Tv kijken lukte mij niet vanwege de beelden die te snel gingen en het licht. Ik weet nog dat toen toen ik voor het eerst echt voor had genomen muziek te luisteren, op skyradio Nothing Really Matters kwam en ik brak. Ik dacht dat de verpleging expres dit nummer aanzette omdat niet zo kort daarvoor tegen mij werd gezegd dat het niet erg is om je klote te voelen. Ik weet nog dat ik niet meer wilde leven na de zoveelste event met mijn moeder. Telkens wanneer een nummer kwam dat mij deed denken aan iemand gebaarde ik van je zit in mijn hart en het nummer dat ik hoor doet mij aan jou denken. Op een gegeven moment was ik zoveel aan het gebaren dat de verpleging maar ook doktoren dachten dat ik gebarentaal sprak. Ik denk dat ik toen nog last had van hallucinaties, want soms hoorde ik reclames voorbijkomen die je normaal niet hoort. Vaak viel ik in slaap met de radio en werd ik bijvoorbeeld wakker door een interview waarbij er werd gezegd van ja ik lust alleen patat en kroketten, chocolade en pizza. De dag ervoor werd ik misselijk van mijn spinazie a la crème (iets dat ik nooit eet omdat ik niet lust, romige dingen maken mij vaak misselijk).

Mijn zus kwam ergens de dagen ook langs omdat ik niet at. Ik weet nog dat ze vroeg of ik geen McDonalds luste. Het sprak mij niet aan. Ik begreep eerst ook niet wat McDonalds überhaupt was. Het zei mij niets totdat ze het had over een burger. Ik speelde met mijn eten, gekookte vis met aardappelen en groente. Zo'n smakeloze droge opgerolde vis met bijna tot geen kruiden. Te triest voor woorden. Letterlijk sadass, blandass, whiteass food. Ik begreep eerlijk gezegd ook niet wat mijn zus daar eerst deed. Ik ben gewend haar een paar keren per jaar te zien en das alles. Dus waarom was zij daar? Ik weet nog dat ik toen dacht van waar is Franky? Waar is Janice? Waar zijn mijn vrienden? Mijn vader wilde ik niet zien. Mijn moeder eigenlijk ook niet omdat ik na elk bezoek mij doodongelukkig voelde en de drang om mezelf wat aan te doen/zelfmoord te plegen telkens groter werd.

Ik voelde mij zielsalleen. Alleen omdat ik niet het gevoel had dat iemand mij begreep. Uit pure frustratie vroeg ik papier en potloden of een pen. Ik moest iets met mijn handen doen, ondanks dat ik niet goed kon zien. Mijn bril deed mijn hoofd pijn dus dat maakte het ook moeilijker. Het toffe was toch dat, ondanks dat ik mijn bril niet had en eigenlijk bijna tot niets zag, mijn woorden strak op papier stonden. Geen aarzelende lijnen, maar strak en daadkrachtig. Ik weet nog dat ik krampachtig mijn potlood vasthield. Ik moest en zou het op papier zetten. De verpleging gaf mij van die brede driehoekige potloden. Iets wat vaak wordt gebruikt bij kinderen als zij net leren kleuren/schrijven omdat het onder andere ook een betere grip heeft. Het was perfect, ondanks dat ik niet alle kleuren had. Ik merkte dit op omdat ik keek naar de afbeelding op het doosje en zag dat er kleuren ontbraken. Toen ik ernaar vroeg kreeg ik als antwoord dat dit alles was wat zij op dat moment hadden. Van woorden ging ik over naar dingen natekenen. Ik begon de afbeeldingen op mijn shirts en broeken na te tekenen. Het voelde bekend, maar ook weer niet. Ik was er trots op. Tot op de dag van vandaag vind ik het jammer dat ik de tekeningen niet terug kan zien, omdat ik benieuwd ben hoe ik het heb getekend.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.